Behandelingen

Röntgenfoto

Dit kun je verwachten

De tandarts onderzoekt de mond met een spiegeltje en een sonde (dit is het 'haakje'). Hiermee kan de tandarts echter alleen de buitenkant van de tanden en kiezen en het tandvlees zien. Ook is het nodig om ook 'in' de kiezen en het kaakbot te kijken. D.m.v. Röntgenfoto’s, bijvoorbeeld omdat de tandarts vermoedt dat er gaatjes onder een vulling zitten. Ook kan de tandarts zien of alle tanden en kiezen, die bij kinderen nog moeten doorbreken, aanwezig zijn. Verder worden röntgenfoto's gebruikt om de stand van de wortels van tanden en kiezen te bekijken, hoe de gezondheid van het kaakbot is en of er eventueel resten van tandwortels zijn achtergebleven in de kaak.

1. Bitewing

Bitewings zijn kleine röntgenfoto's die worden gemaakt om afzonderlijke tanden en kiezen nauwkeuriger te bestuderen. Zo kunnen gaatjes in een vroegtijdig stadium voorkomen worden.

1. Bitewing

2. OPG

Met behulp van een grote overzichtsröntgenfoto beoordeelt de tandarts het aantal en de ligging van de tanden en kiezen en de grootte en vorm van de wortels en de kaken. De officiële naam van deze foto is orthopantomogram, afgekort OPT. Deze foto is onder meer van belang om te bepalen wanneer het beste met een behandeling kan worden begonnen. Op dergelijke foto’s is nog veel meer te zien. Zo kun je o.a. nagaan of er tanden of kiezen niet zijn aangelegd.

2. OPT

3. RSP

Om te bepalen in hoeverre een gebitsafwijking door een verkeerde stand van de tanden en kiezen óf door een verkeerde kaakstand wordt veroorzaakt, wordt een röntgenfoto van de zijkant van het hoofd gemaakt. Deze foto wordt röntgenschedelprofielfoto (RSP) genoemd. Aan de hand van diverse metingen wordt de plaats van het onder- en bovengebit en de onder- en bovenkaak in het hoofd nauwkeurig opgemeten.

3. RSP